Welkom!

Beste bezoeker,

Via deze blog willen wij u graag op de hoogte houden van onze geïntegreerde proef en wat meer uitleg geven over het onderwerp.
Onze geïntegreerde proef is het bouwen van een kofferdobson.

Om u even wat wegwijs te maken in het doorschakelen op onze blog: bovenaan vindt u verschillende tabs, voor elke stap we hebben genomen in onze GP kan u terrecht op een pagina.
Wees ook niet bang om even onze foto's te bekijken!

Met vriendelijke groet,
de kijkerbouwers!

vrijdag 14 maart 2014

Orionnevel

Nu we het zoeken en kijken naar de maan, Poolster en Jupiter onder de knie hebben, is het tijd om eens 'verder' te kijken in het grote, mooie heelal. Een opdracht van Dhr. Vanbeselaere is bijvoorbeeld het zoeken en fotograferen van de Orionnevel die je hieronder ziet (je kunt hem met het blote oog zien deze tijd). Op het eerste zicht ziet dit er zeer spectaculair uit, maar het mooiste zou zijn om deze nevel echt vast te kunnen leggen op foto met onze eigen telescoop!

Orionnevel



Algemene informatie: De totale massa van de Orionnevel is 700 keer groter dan de massa van de zon. De nevel is een plaats waar nieuwe sterren geboren worden. De leeftijd van de nevel is 'maar' enkele tienduizenden jaren en de afstand van de aarde tot de nevel is ongeveer 1600 lichtjaar, maar dat is niet nauwkeurig in te schatten. (youtube-filmpje van Stephen Hawking die de geboorte van een ster beschrijft http://www.youtube.com/watch?v=9EnBBIx6XkM )

De Orionnevel is een H-II-gebied in het sterrenbeeld Orion en wordt aangeduid met M42 of NGC 1976. Een H-II-gebied is een wolk van gloeiend gas, waar er stervorming plaatsvindt (zo'n gebied kan vele lichtjaren groot zijn, in diameter).
De Orrionnevel werd in 1610 ontdekt door een Franse sterrenkundige Nicolas-Claude Fabri de Peiresc. Vandaar dat de Orionnevel met het getal NGC 1976 wordt benoemd (initialen van die Franse man).

Nicolas-Claude Fabri de Peiresc


De Orionnevel is een diffuse nevel (Een diffuse nevel is een nevel van neutrale gasatomen, geïoniseerd gas, plasma, stofdeeltjes, samengevat: Interstellaire materie. In tegenstelling tot planetaire nevels zijn diffuse nevels onregelmatig van vorm en worden ze door meerdere sterren belicht. Wanneer een diffuse nevel voldoende groot is en voldoende massa bezit, zullen er hier sterren uit ontstaan.), die voor ongeveer 90% uit waterstof, 10% uit helium en minder dan 0,1% uit zwaardere elementen bestaat. De temperatuur van de Orionnevel bedraagt zo'n tienduizend graden. Daardoor is het waterstof geïoniseerd.

De nevel wordt ook gezien als een broedplaats voor planetenstelsels, doordat er sterren zijn die in een afgeplatte schijf ingebed zijn die naar schatting uit 99% gasdeeltjes bestaat en 1% stofdeeltjes. Maar zelfs door dat kleine aantal stof is dit genoeg om het licht te absorberen. Dit noemt men pro-planetaire schijven. Als de theorie over het ontstaan van planeten klopt, binden in de proto-planetaire schijven stofdeeltjes samen tot steeds grotere brokstukken, die uiteindelijk uitgroeien tot planeten. Daar waren veel sterrenkundigen van overtuigd, maar inmiddels zijn hierover de nodige twijfels ontstaan. 
Uit theoretische onderzoeken met de Hubble-telescoop, is gebleken dat de jonge sterren niet lang genoeg kunnen standhouden om planeten te vormen. Planeten ontstaan door simpel gezegd, het samenklonteren van materie in de stofschijf rond een ster. Maar als er een reden is die de samenklontering vroegtijdig stopzet, zorgt dit ervoor dat  planeten niet de tijd krijgen om zich te vormen. (hier een YouTube-filmpje die de geboorte van planeet Aarde voorstelt: https://www.youtube.com/watch?v=oeM103KJ5x8)

Geboorte van een planeet (foto van de NASA)

Doug Johnston, sterrenkundige van de NASA verklaart het verschil tussen de schijf waar de planeten van ons sterrenstelsel zijn ontstaan en de pro-planetaire schijven van de Orionnevel: het aantal zware en hete sterren in de 'omgeving'. Door de straling van deze zware sterren worden de stofdeeltjes in de pro-planetaire schijven binnen 1 miljoen jaar weggewerkt, terwijl we weten dat het 1 tot 10 miljoen jaar duurt vooraleer er planeten kunnen gevormd worden.





donderdag 13 maart 2014

Sterrenkijkerdag AstroLAB IRIS


Naar aanleiding van de sterrenkijkerdagen 7 en 8 maart 2014, hebben wij met onze groep en mentor Dhr. Platteeuw, naar het AstroLAB IRIS geweest om ten eerste: onze telescoop te tonen aan het publiek en het publiek er door te laten kijken naar onder andere de maan; en ten tweede: om een eerste voorstelling te geven voor publiek om hen wat wijzer te maken over hoe ons eindwerk is verlopen en wat extra informatie over bepaalde zaken zoals het slijpen, polijsten, testen, ...
Prezi
Een groot publiek werd het niet maar we zijn al blij dat we al eens onze presentatie hebben gegeven aan onze ouders, familieleden, leerkracht en kennissen. Morgen (14/03/2014) mogen we onze presentatie eens overdoen, maar nu voor onze klasgenoten.



Bij deze willen wij het AstroLAB IRIS bedanken om dit te mogen doen ter plaatse, met de gepaste voorzieningen zoals computer, beamer en scherm; en voor hun goede begeleiding gedurende ons eindwerkgebeuren!
Ook willen we alle mensen bedanken die er vorige week vrijdag bij waren om ons te zien presenteren.



vrijdag 7 maart 2014

Sterrenkijkdag 7 - 8 maart

Naar aanleiding van de sterrenkijkdag houden we een kleine lezing over ons eindwerk vanavond.
Dit gaat door in AstroLAB IRIS om 20u. Dus voor de geïnteresseerden, je kan altijd langs komen!
De sterrenkijkdag in AstroLAB IRIS zelf start al om 19u. Dus ook bedankt aan hen dat wij daar een presentatie mogen komen geven.

Dus misschien tot dan!

woensdag 5 maart 2014

Eerste keer waargenomen

(FOTO'S: Waarnemingen)



De sterrenkijker heeft een eindje bij Jonas gestaan. Daar heeft hij al enkele pogingen gedaan om de maan te zien. Maar meestal was het bewolkt, en had hij miserie met scherpstellen.
Vandaag hebben Michiel en ik eens een poging gedaan. En dat is aardig goed gelukt voor de eerste keer.
De telescoop stond misschien ook niet op de meest ideale plaats. We stonden in de Capucienenstraat te Ieper. Dus er is redelijk veel licht. Maar dit was zo erg niet om enkel nog maar de maan te bekijken.

Eerst en vooral moesten we de telescoop opnieuw uitlijnen, collimeren dus om het moeilijker te zeggen. Hoe we dit doen kunt u terug vinden bij de tab 'Gent: afwerken koffer' bovenaan de blog.

Maar we waren nog niet klaar om te kijken naar de maan. Onze volgende vraag was: 'Welk oculair moeten we nu gebruiken om volledig de maan erop te krijgen'? De vergroting kunnen we eenvoudig berekenen door de brandpuntsafstand van onze telescoop (1250mm) te delen door die van het gekozen oculair. Het grootste oculair dat wij voor het moment hebben is 17mm (hoe groter het oculair, hoe kleiner de vergroting).
Dus we hebben ongeveer een vergroting van 74. We beschikken ook nog over een oculair van 10mm en een oculair van 6,5mm. Dus een vergroting van 125 en een vergroting van ongeveer 192.
We hebben dus in het begin een oculair van 17mm gebruikt.

Daarna gingen we opzoek naar de maan doorheen de zoeker. De zoeker heeft een kleine vergroting, waarmee je je enkel kunt oriënteren op het hemellichaam dat je wilt zien. Dus zochten we eerst de maan doorheen de zoeker. Eenmaal we die gevonden hadden was het nog een kwestie van een beetje teamwork om de maan ook doorheen het oculair te zien. Ik keek door de zoeker en Michiel keek door het oculair. Zo kon ik Michiel begeleiden, en omgekeerd. Later zullen we dit wel allemaal alleen kunnen, nu is het nog zoeken natuurlijk. Eenmaal we de maan in beeld hadden, moesten we nog even scherpstellen Toen waren we stil als we de maan zagen. Het was al prachtig voor een eerste keer. Het was wel jammer dat het maar een kwart van de maan was, en er was al snel bewolking die de pret bederfde. Hier heb je enkele foto's van de maan (de foto's zijn gewoon genomen met een digitale camera die we tegen het oculair hielden, vandaar de slechte kwaliteit):






Hieronder een filmpje van hoe we de maan hebben waargenomen, prachtig om te zien, die maan.


Toen beslisten we maar om eens te kijken naar Jupiter. We dachten eerst dat het Venus was, omdat dat normaal het helderste object aan de sterrenhemel is. Na de zon en de maan natuurlijk. Maar het blijkt dat we naar Jupiter aan het kijken waren.  Dit was al wat meer zoeken, maar als we eenmaal Jupiter in de zoeker hadden ging het snel. Toen hebben we ook eens het oculair van 10mm getest, en uiteindelijk die van 6,5mm. Op één van de foto's (zie tab bovenaan) zie je 3 van de 4 manen van Jupiter. Vandaar bedankt  Dhr. Vanbeselaere om ons te verbeteren (ook hier is het slechte kwaliteit):



Daarna zijn we op zoek gegaan naar de Poolster. Hieronder zie je trouwens hoe je de Poolster kunt vinden.


De Poolster staat vanuit hier ook laag aan de horizon, waardoor hij knippert. Deze hebben we ook met alle 3 de oculairs bekeken. Dit vonden we beide een mooi hemellichaam, en ook omdat die knippert natuurlijk.
Hier heb je een foto van de Poolster (ook hier is het slechte kwaliteit):



Na deze spannende avond, hebben we ook nog eens een kijkje genomen naar ''Mars'':




FOTO'S VAN DEZE AVOND : https://drive.google.com/folderview?id=0B_DxTXgNP-8wVnNtYkp2ZkhkQnc&usp=sharing

(Bronnen: http://www.sterrenkijker.nl/oculairs.html ;  http://www.spacepage.be/artikelen/waarnemen/telescopen-en-accessoires/wat-verwacht-u-van-een-telescoop ;
http://www.astroblogs.nl/2013/01/09/waarom-fonkelen-de-sterren/)

Voor vragen, kan je hier terecht

Naam

E-mail *

Bericht *